top of page
  • Lode Van Hove

Onze Taal - Een 'boom' aan Engelse leenwoorden

Hoe zit het met de hoeveelheid Engelse leenwoorden in onze Nederlandse taal?

 
Nicole van der Sijs

Nicole van der Sijs, Nederlandse taalkundige en etymologe, berekende in 1994 en 2012 hoeveel Engelse leenwoorden er in de Nederlandse krantenberichten voorkwamen. Na een pauze van tien jaar doet ze een nieuwe controle. Neemt het aantal Engelse leenwoorden aanzienlijk toe? Dat is de vraag die we ons stellen.


Om die vraag te beantwoorden, is van der Sijs gaan zoeken in een grote verzameling teksten naar alle Engelse leenwoorden. Deze woorden werden allemaal opgeteld. Nadien werd er gekeken of het aantal is toegenomen in de loop van de tijd.

Wat is het resultaat en de conclusie?


Zowel in 1994 als in 2012 is er een calculatie gemaakt van het aantal leenwoorden in een gemiddelde tekst voor een algemeen publiek. In 1994 bevatte de krantenartikelen 49 verschillende Engelse leenwoorden. Die kwamen in totaal 85 keer voor. Het aantal leenwoorden kon in 2012 wel oplopen tot 89, die 158 keer genoemd werden in de krant. In 2022 kon men 150 verschillende Engelse leenwoorden terugvinden, die in totaal 281 keer in de krant werden genoemd. Uit het onderzoek kan dus geconcludeerd worden dat de afgelopen tien jaar het aantal Engelse leenwoorden flink is toegenomen. Het gaat om woorden als audio-app, barbie, dancefestival, eyecatcher, marketingstunt, now or never, Netflixtour, opportunity, youtuber ...


Dit zijn natuurlijk allemaal hoeveelheden. Naast de hoeveelheden is men ook gaan kijken naar wat voor soort Engelse woorden er overgenomen werden, en door wie. Het blijkt dat het aantal Engelse leenwoorden kan verschillen per krantenbericht. Er is sprake van een relatie met het onderwerp: fashion, muziek en sport scoren hoog. Vandaar dat je meer Engelse leenwoorden kan terugvinden in deze artikelen. Daarnaast is er ook een relatie met de leeftijd van de journalist of columnist. Het is gebleken dat jongere journalisten meer Engelse leenwoorden gebruiken dan oudere. Nog opvallend is dat sommige jonge journalisten de zinsbouw en woordkeuze van Engelse teksten bijna volledig overnemen. Het is letterlijk bijna gecopy-pastet. Zinnen van jongere journalisten zijn ook gemiddeld korter. Deze vaststelling kan je verklaren door het feit dat jongeren hun eerste ervaringen opdoen op sociale media.


Vaak worden samenstellingen gemaakt van twee Engelse woorden die ook allebei apart zijn geleend. Denk bijvoorbeeld aan woorden zoals crisismanager, dancehall-act, drugsdeal, jazzband, liveact, make-uptrend, technosound ... Het is onduidelijk of deze samenstellingen gemaakt zijn in het Nederlands of volledig overgenomen zijn uit het Engels. Dit wijst er echter wel op dat Engelse leenwoorden zijn ingeburgerd en zich misschien zelfs reproduceren.


Er kan gezegd worden dat we onze taal creatief gebruiken. Zo maken we bovendien onze eigen Engelse woorden die zelfs Engelsen of Amerikanen niet kennen. Het gaat dan om begrippen zoals doggydancing, foodbox, loverboy, shoplog en streetrunning. Vaak verkorten we ook de Engelse leenwoorden waardoor het soms voor Engelstaligen tot compleet onbegrip kan leiden. Denk bijvoorbeeld aan skin (voluit skinhead ), sleeve (sleeve tattoo)en hybride (hybrid bike/car).


Het betekenisarsenaal van Engelse leenwoorden breidt zich uit in de loop van de tijd met nieuwe, Engelse ontleende betekenissen. Het woord 'Fix' interpreteren we tegenwoordig als 'reparatie van een softwarefout'. Voordien, in de jaren 80, werd dit woord geleend voor 'shot heroïne'. 'Launch' leende we in 1992 in de betekenis van 'flinke sloep' en pitch in die van 'toonhoogte'. Nu gebruiken we deze woorden voor 'lancering van een product' en 'korte presentatie en aanprijzing van een bepaald product'.


Zo zie je maar hoeveel woorden we overnemen uit het Engels. Het is misschien niet zo verrassend dat de verzameling van Engelse leenwoorden toeneemt. Ondertussen is het al zo ver gekomen dat het aantal Engelse leenwoorden dat van de Franse leenwoorden overstijgt. De Engelse invloed is nog relatief jong, terwijl we al vanaf de twaalfde eeuw Franse leenwoorden overnemen.


Is er reden tot paniek?


Empirisch onderzoek bevestigt dus dat er terecht gewezen wordt door taalgebruikers op de instroming van Engelse leenwoorden. Is er reden tot paniek? Moeten we hier iets tegen doen? Uiteindelijk heeft onze taal al eeuwenlang leenwoorden opgenomen. Zo namen we in het verleden al woorden over uit het Latijn en het Frans. Alle talen hebben al heel wat leenwoorden elders gehaald, ook het Engels. Zo krijgen we nu via het Engels weer extra Franse leenwoorden erbij, maar dan in een Engels jasje. Franse woorden, zoals alerte, hôtel en végétal worden zo omgevormd tot de Engelse woorden alert, hostel en veggie.


Uiteindelijk hebben al deze leenwoorden het Nederlands gevormd zoals wij dit nu kennen. Het is een taal die dagelijks wordt gebruikt door 23 miljoen mensen én door vele mensen wereldwijd wordt geleerd. Leenwoorden vinden moeiteloos hun weg naar de Nederlandse grammatica en wij gebruiken, verkleinen (blogje) en vervoegen ze (delete, gedeletet ). Dankzij de geleidelijke verspreiding van alle leenwoorden doorheen de tijd in de verschillende talen, is de internationale communicatie een stukje eenvoudiger geworden.


Mijn visie:


Leenwoorden zijn steeds meer aanwezig in onze Nederlandse taal. Tegenwoordig zien we ze vaker in onze taal opduiken door bv. het Woord van het Jaar. Vaak zijn die woorden overgenomen uit het Engels en worden ze door sommigen nog als 'vreemd' ervaren, omdat ze nog maar kort in onze taal aanwezig zijn. Dit was het geval met het woord 'selfie'. Dit woord werd in 2013 verkozen als Woord van het Jaar. Toen wist men totaal nog niet wat een 'selfie' betekende en nu begrijpt iedereen het. Na verloop van tijd is het woord volledig opgenomen in onze taal en wordt het niet meer gezien als een leenwoord.


Ik vind het goed dat we meer en meer woorden overnemen uit andere talen. We kunnen gewoon niet meer zonder. Het zorgt ervoor dat we ons nog makkelijker kunnen uitdrukken. Onze taal wordt hierdoor ruimer. Naar mijn mening moet het gebruik van leenwoorden wel beperkt worden, want bijvoorbeeld een tekst vol met Engelse leenwoorden zou bij mij irritatie kunnen opwekken.


Een voorbeeld: de volgende zin zou ik enkele keren moeten lezen om hem volledig te kunnen begrijpen:


De parttime humanresourcesmanager charterde een freelance headhunter via zijn old boys network.


Daarom zou ik Engelse leenwoorden beter gebruiken wanneer ze een speciale functie hebben of als ze bekender klinken dan een Nederlandse benaming. De zinnen moeten nog altijd hun boodschap duidelijk overbrengen.


Tijdens het lezen van dit artikel is mijn woordenschat rond leenwoorden zeker ruimer geworden. Ik ben hierover ook meer opzoekwerk gaan doen. We gebruiken meer leenwoorden dan ik zelf denk. Vaak heb ik de indruk dat we maar weinig leenwoorden gebruiken, maar uiteindelijk stammen veel woorden af van een andere taal. Zo komen de woorden muur en straat oorspronkelijk uit het Latijn. We staan er vaak niet bij stil, maar dit zijn woorden die we regelmatig gebruiken. Ze worden dus niet meer herkend als leenwoorden.


Wat vinden jullie van de toenemende leenwoorden in onze taal? Vinden jullie dit een positieve of negatieve invloed? Laat gerust jullie mening achter in de reacties!



Als afsluiter van dit blogbericht heb ik nog een leuke uitdaging:

In het oorspronkelijke artikel uit Onze Taal zijn heel wat Engelse leenwoorden terug te vinden. Kan jij ze allemaal opsporen? De lezers die ze allemaal kunnen aanwijzen, ontvangen een exemplaar van het boek 15 eeuwen Nederlandse taal, een boek van Nicole Van der Sijs!


Veel succes en zoekplezier!


Link naar het artikel Onze Taal:


Handige hulpbronnen bij jullie zoektocht:



Bronnen:


Van Der Sijs, N. (2023). Een ‘boom’ aan Engelse leenwoorden. Onze Taal. Geraadpleegd op 13 april 2023, van https://onzetaal.nl/tijdschrift/01-2023/artikel/een-boom-aan-engelse-leenwoorden

2 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comentarios


bottom of page